Verhaal van de maand

Annie in Andalusië


Het hotel zag er uitnodigend uit. De bus reed langzaam door over de met kleine keitjes belegde parkeerplaats. Nieuwsgierig keken we toe waar de chauffeur ons naar toe reed. Het hotel was inmiddels langzaam uit ons blikveld verdwenen. Even later echter draaide de bus en reed weer terug om vervolgens pal voor de ingang te stoppen. Wij, passagiers, verlieten na twee honderd kilometers op onze comfortabele stoelen gekluisterd te zijn geweest, blij en uitgelaten de bus. De chauffeur had intussen de grote bagagedeuren geopend en was al druk begonnen de koffers buiten te zetten. Enkele medepassagiers hielpen hem daarbij, zodat even later mijn medereizigers de entree van het hotel in liepen.

Er was geen rode loper, ook geen keurig geklede livrei die ons buigend welkom heette. Daarentegen stond achter de balie een oud verschrompeld mannetje met een gedateerde bril, met grote en dikke glazen overigens, op het puntje van zijn neus. Het mannetje reageerde bij het zien van zo'n grote groep enigszins nerveus. Onze ervaren reisleidster zag aan de bewegingen van het mannetje dat zij het heft in handen moest nemen, liep op hem toe, gaf een hand en vertelde dat, als het goed zou zijn, de sleutels en verdere bescheiden voor haar klaar zouden liggen. Dat was inderdaad het geval en zij begon dan ook even later de namen af te roepen en de sleutel, overigens was het een moderne keycard , één voor één aan de afgeroepenen te overhandigen.

‘Hé Annie ,' riep Erik, één van onze ‘medemannen', ‘Hé Annie , je staat in de krant!' Hij hield een Spaans Dagblad in de hoogte die op de balie lag. Iedereen draaide zich natuurlijk om en bekeek de foto. ‘Hoe is het mogelijk, dat ze je hier helemaal kennen…!'

Annie was het type Rotterdamse volksvrouw waarvan je niet verwacht dat ze een cultuurreis door Spanje zou gaan maken. Ze was ook niet als zodanig gekleed. Eenvoudig, vaak in het zwart met eveneens zwart gebreide kousen en aan haar voeten een soort veredelde pantoffels, ook zwart. En elke dag dezelfde kleding… Haar gebit was niet compleet, aan de voorkant in elk geval. En de ‘platte' taal die zij onder andere met de ontbrekende voortanden fabriceerde was moeilijk verstaanbaar. Je moest je echt concentreren wilde je tot een zinnig gesprek komen. Haar kapsel, kleurig zwart geverfd, had waarschijnlijk ooit dienst gedaan als ragebol. Maar Annie leed beslist niet onder deze uitzonderlijkheden. Integendeel. Ze schatte zich zelf behoorlijk hoog in en ging met een ieder vrij om. Gelukkig!

De foto die onze medereiziger omhoog hield was treffend Annie . Wat toevallig, om het evenbeeld van Annie in een Spaanse krant op de voorpagina te zien… Iedereen lachte natuurlijk en diverse toespelingen waren niet van de lucht…

De volgende middag stond Annie voor me in een rij, schuifelend langs het warme en koude buffet. De uitgestalde etenswaren zagen er weer voortreffelijk uit. We zouden weer smullen… Er moest alleen nog even een keus worden gemaakt! De gebakken aardappelschijfjes met ui en spekjes lachten me toe. Opscheppen dus. Een kippenboutje, mooi bruin gebakken in druipend vet, liet ik aan mijn neus voorbij gaan. Het werd een mooie moot rode zalm. Worteltjes met fijne doperwtjes of broccoli was het volgende waar ik een keus uit kon maken. Ineens werd ik afgeleid door Annie , die nog steeds, intussen al met een rijk gevuld bord, voor me stond. Ze voerde op luide toon een gesprek met een Chinese. (Of misschien een Taiwanese? Of in het uiterste geval een Japanse?) Eigenlijk maakt het ook niet uit, maar de Chinese, die ik voor het gemak maar even mw. Wang zal noemen, sprak in een voor mij en ik denk ook voor Annie , onbegrijpelijke taal. Met volle concentratie volgde ik het ‘gesprek' tussen Annie en mw. Wang, die overigens heel enthousiast op Annie reageerde. Mw. Wang stond bij de worteltjes met doperwtjes en de broccoli en twijfelde waarschijnlijk over de keuze die ze moest maken.

‘Neem nou de broccoli maar,' vertrouwde Annie haar op luide toon toe terwijl ze mw. Wang aanstootte en op de broccoli wees. ‘ Deze keek Annie eerst verbaasd aan, vervolgens nog verbaasder terwijl haar ogen groter en groter werden. ‘Heerlijk en gezond en uit Holland. Mijn land,' zei ze trots terwijl ze zich op de borst sloeg. Of op de borsten. In elk geval sloeg ze op iets dat onder haar inmiddels licht smoezelig geworden zwarte jurk hing. ‘Made in Holland en dit maal niet in Hongkong,' vervolgde ze gevat. Ze keek triomfantelijk rond en lachte haar restant tanden bloot tegen iedereen die intussen min of meer gedwongen de conversatie moest volgen.

Mw. Wang sprak nog steeds in het onverstaanbare taaltje tegen Annie . Even later riep ze, druk gebarend, een van haar Aziatische landgenoten. Ze haalde een piepklein cameraatje tevoorschijn en pakte Annie , die het inmiddels over ‘rijk aan vitaminen' had, bij de schouder. Wang overhandigde het toestelletje aan de inmiddels gearriveerde landgenote en gebaarde haar dat zij een foto moest nemen van haar samen met Annie . Aldus geschiedde. Met veel buigingen en een met broccoli gevuld bord verwijderde mw. Wang zich even later van Annie .

Toen ik iets later mw. Wang zag zitten tussen een aantal landgenoten ben ik, nieuwsgierig als ik ben, naar haar toe gelopen. ‘ You speak English ?' vroeg ik haar terwijl ze me verbaasd aan keek. ‘Yes.'

‘May I ask you something?' ‘Yes.' ‘Why did you wanted on a photo together with a Dutch woman?' ‘A Dutch woman ?' Mw. Wang keek me verbaasd aan. ‘Yes, that broccoli woman.'' That wasn't a Dutch woman,' zei ze ietwat gepikeerd , ‘It was Maria Callas, the famous opera singer. I saw her picture in a Spanish paper yesterday.' Ineens begreep ik het enthousiasme van de vrouw . ‘Of course, how foolish of me, thàt was the reason. Thank you . Goodbye .' ‘ Goodbye .' Toen ik Annie later die dag weer zag, bekeek ik haar met heel andere ogen, ook al omdat Maria Callas al bijna 30 jaar dood is…