Verhaal van de maand
Polyphemus (3)
Angstig wachtten we af. We wisten dat aan het eind van de middag Polyphemus weer het rotsblok zou wegrollen om vervolgens zijn kudde binnen te laten. We hadden nog overwogen om een ontsnappingspoging te wagen als de beesten het hol binnen zouden komen, maar we beseften al gauw dat we dan als een strootje uit een baal door de Cycloop uit de kudde zouden worden geplukt.
Wat moesten we? Wat konden we? Lijdzaam afwachten dus maar. In stilte aanvaardde ik mijn lot en ik denk dat ik niet de enige was…
Plotseling riep Odysseus: ‘Mannen, daar ligt een afgebroken knots. Misschien kunnen we toch nog ontsnappen. Help me mee om er een punt aan te slijpen. Wie heeft het scherpste mes?’
Een viertal mannen drongen naar voren. Ze hadden elk een mes in hun hand. ‘Om beurten slijpen,’ zei Odysseus. ‘Als je moe wordt stop je en laat je een ander slijpen. We hebben geen tijd te verliezen.’
Niemand vroeg Odysseus naar zijn plan. Was het uit respect of wilde niemand hem storen in zijn gedachten. De mannen sneden flink door, terwijl de anderen toekeken.
‘Scherper, scherper,’ maande Odysseus. ‘Zo scherp mogelijk.’
Tegen het eind van de middag verstopten we ons weer in de verschillende hoeken van het hol.
Toen de Cycloop zich weer geïnstalleerd had, keek hij eens rustig rond. Er was niemand te bekennen, maar hij rook het angstzweet dat uit verschillende holtes zijn neus vulde. ‘Ik weet dat jullie er zijn hoor,’ hoonde hij. Hij smakte met zijn tong. ‘Jullie weten wat dit betekent,’ bulderde hij er lachend achteraan.‘Ik zal er weer twee pakken en opeten.’ Langzaam ging hij staan, pakte alvast een emmer melk, zette hem weg en liep vervolgens een eindje het hol in. Zijn linker arm bewoog stil en langzaam in de richting van een hoekig rotsblok. Een snelle beweging met zijn hand volgde en de kreten van twee mannen weerklonken echoënd door de ruimte. Ik keek met de overgebleven mannen vanuit onze schuilhoeken huiverend toe, hoe de reus ook deze twee slachtoffers verorberde. Direct nadat hij de emmer leeg gedronken had, kwam Odysseus uit zijn schuilhoek, pakte een grote houten nap, vulde het met wijn uit één van de tonnen en liep op de reus toe.
‘Drink Cycloop. Deze wijn zal u smaken.’ Nadat de reus de nap leeg gedronken had zei hij: ‘Geef me er nog één, dan geef ik u een beloning.’
Toen Polyphemus de nap leeg gedronken had vroeg Odysseus: ‘Welke beloning wilt u mij geven?’
‘Zeg mij eerst uw naam! Daarna zal ik zeggen wat uw beloning is.’
‘Mijn naam is Niemand,’ antwoordde Odysseus. ‘Mijn vader en moeder hebben mij Niemand genoemd. Iedereen noemt mij Niemand.’
‘Welnu,’ en de reus lachte, ‘mijn beloning is, dat ik u, Niemand, als laatste zal opeten.’ Vervolgens viel de reus schaterlachend in slaap.
Odysseus pakte de knots, maakte de punt in de nog oplaaiende vlammen gloeiend heet, riep één van onze sterkste mannen en samen staken ze met een enorme kracht de gloeiend hete punt van de knots midden in het oog van de Cycloop.
Toen deze brullend van pijn en woede opsprong, vluchtten we in alle hoeken en gaten van het hol.
‘Help, help, help.’ Het klonk oorverdovend. Zelfs buiten waren de kreten te horen, want Cyclopen uit de buurt kwamen in paniek naar het hol van Polyphemus en riepen: ‘Wat is er aan de hand Polyphemus. Wil iemand je doden?’
‘Niemand wil me doden,’schreeuwde Polyphemus terug. ‘Niemand!’
‘Maak ons dan ook niet wakker met je geschreeuw, als niemand iets doet.’ De reuzen dropen net zo snel weer af als ze gekomen waren.
Kreunend van pijn lag de reus op het stro, half slapend, half bewusteloos. Hij kwam pas weer bij zinnen door de geiten. Ze moesten gemolken worden. Tastend, soms struikelend, deed Polyphemus wat de beesten van hem verlangden. Daarna duwde hij het rotsblok weer opzij, ging bij de uitgang zitten en liet zijn beesten vertrekken.
Odysseus had op dit moment gewacht. Drie aan drie bond hij de dikste schapen met een stevig touw aan elkaar en onder elk drietal klemde een van de mannen zich vast. Voor zichzelf had hij het grootste en sterkste schaap uitgekozen om zich vast onder aan de buik van het dier te klemmen. Zo ontsnapten we. Toen Polyphemus zijn hol afsloot hoorde hij op een afstand ‘Niemand’.
‘Dag Polyphemus, sterke reus. We nemen afscheid van je. Het ga je goed. Trouwens, mijn echte naam is Odysseus. Hoor je dat? Odysseus, de overwinnaar van Troje.’
We vertrokken en lieten de woedende en scheldende Cycloop Polyphemus achter ons. Ik zuchtte opgelucht toen ik weer het blauw van de zee en in de verte ons schip zag. Het leven zou snel weer normaal zijn…
Archief
Eerder verschenen:
- Mischa
- Een Spaanse tuinman
- Annie in Andalusië
- You are so beautiful
- Srebrenica herdacht: 11 juli 1995 – 11 juli 2007
- Bruin café in Amsterdam
- Een Brug te moeilijk?
- Hans en Klaar
- Polyphemus (1)
- Polyphemus (2)
- Polyphemus (3)
- Schaduwmeisje (1)
- Schaduwmeisje (2)
- Schaduwmeisje (3)
- Schaduwmeisje (4)
- Wenen
- Pleinwacht
- Comme Dieu
- Bertus Mens, een oud leerling
- Marieke, een lief meisje
- Bas en Top
- Kippensoep
- Vrijheid voor de stad Hattem (deel 1)
- Vrijheid voor de stad Hattem (deel 2)
- Een wrede droom
- 754
- Herfst
- vijftal haiku’s over sneeuw
- Mishandeling?...Of…
- Nieuwe spoorbrug
- Een observatie in Kamer 3d, bed 3…
- Samuel, met alle respect!
- Fragment 1 uit "Gestalkt"
- Fragment 2 uit "Gestalkt"
- Fragment 3 uit "Gestalkt"
- Fragment 4 uit "Gestalkt"
- Pompeii, 79 na Chr. Deel 1
- Pompeii, 79 na Chr. Deel 2
- Wateroverlast
- De poes van Gj.
- Stolpersteine
- De bloemkoolman
- Een Haibun
- Winter sonnettet 2012
- Winter in februari 2012
- Patiënt meneer Roel
- Het pand der liefde
- Wreedheden
- Tante Chloe
- De poes van Gj.
- Boekje van Geluk
- Aijee pietjee de mwa ee …
- Afscheid
- Ge-strand
- Standbeeld in Leiden
- Autoloze zondag
- In de hemel
- Anderhalve liter
- Stilteconcert in Hattem
- Kladdegat, mijn verhaal…
- Kladdegat deel 2, het verhaal dat we nog niet wisten…
- 5-5=1
- Herman en Aleida
- Georg Cohn, een Jodenjongen
- Koffietafelpraat
- Socrates (en de nepsint)
- Annie in Andalusië
- Sjakie Slak
- ‘Even de IJssel over’
- Het meisje te paard
- De huismus
- Ge-Strand
- De ooievaar
- Bruin café in Amsterdam