‘Waar staat je computer?’ Marieke kijkt verwonderd rond. Ze weet dat Floor en haar moeder er sinds kort een hebben.
‘Beneden in de kamer. Hier is gewoon te weinig ruimte.’
Nu begrijpt Marieke ook waarom Floor niet op haar mailtjes reageert ’s avonds. En zeker niet als het al laat is.
‘Zit je moeder ook wel eens achter de computer?’
‘Nee, ze weet niet hoe ze er mee om moet gaan. Ze staat wel eens bij me als ik er op werk, iets moet opzoeken voor een werkstuk of zo, maar ze heeft er verder geen verstand van.’ ‘Goed van haar dat jij er dan toch een mocht kopen!’
‘Het is een tweedehands. Maar dat geeft niks, ik ben er blij mee en kan er alles mee doen wat nodig is.’
‘Mail je veel?’
‘Nee. Eigenlijk alleen met jou. En met Dorien uit onze klas. Verder krijg ik nooit mailtjes. Ja, natuurlijk wel eens spam, maar daar reageer ik nooit op. Hoewel, gisteren had ik een mailtje van een jongen die vroeg of ik volgende week vrijdag ook naar het schoolfeest ga.’
‘En, ga je er heen?’
‘Ik mag wel van mijn moeder. Toen ik zei dat jij ook gaat, mocht ik ook. Daarom wilde mijn moeder ook dat jij vanavond zou komen.’
‘Van wie was dat mailtje dat je kreeg?’
‘Weet ik niet. Er stond geen naam bij en het e-mail adres zei me niks. Toen ik een mailtje terug stuurde kreeg ik bericht dat het adres niet bestaat.’
‘Dat is vreemd.’
‘Vind ik ook.’
‘Heb je het je moeder laten zien?’
‘Nee. Als ik dat doe mag ik natuurlijk niet meer naar het feest!’
‘Mag ik het zien?’
‘Ja, maar dan moeten we tegen mijn moeder zeggen dat we even iets op moeten zoeken voor school. En niets zeggen als je het gelezen hebt. We kunnen verder praten als we hier weer terug zijn. Afgesproken?’
‘Oké.’


Hi Floor. Kom je volgende week vrijdagavondavond ook op het sgoolfeest? Ik hoop t. Ik heb n VERRASSING voor je. B@@i.


Floor’s moeder merkt niet eens dat ze op de computer bezig zijn. Ze ligt op de bank te slapen, een fles whisky en een leeg glas staan op tafel. Marieke probeert te antwoorden. Er gebeurt wat Floor ook al zei: Not delivered.
‘Ik snap er niks van,’ fluistert Marieke. ‘Heb je aan iemand van de klas of aan één van de andere leerlingen je e-mail adres gegeven?’