Verhaal van de maand

Een haibun

Naar aanleiding van een herfstwandeling in Heimbach, een stadje in de Eifel, schreef ik een Herbstwanderung in Heimbach, een haibun. (Een haibun hanteert beknopt maar beeldrijk proza waarin enkele haiku’s zijn verwerkt.) Het puur beschrijvende proza van reizen, feesten, ontmoetingen vraagt soberheid en vergt een zekere lichtvoetigheid.



Het pad liep vrij steil omhoog. Zeker tien procent. Zwaar dus. Puffen en af en toe een momentje stil staan. Even in de verte kijken, als een soort excuus aan de conditie.Gelukkig was er veel te zien. Een kasteel, eeuwenoud pas gerenoveerd, stak met kop en schouders boven het stadje uit. Iets verderop de kerk, iets minder oud maar toch van Methuzaliaanse ouderdom. Tussen de gekleurde boombladeren slingerde zich het pad verder omhoog.

eiken en beuken
bladerkleed, pad bedekkend
in droge kleuren

Alleen maar bomen om ons heen. Stammen in allerlei diktes, lage en hoge, kromme en rechte. Bladeren, groene, gele, rode en veel bruine. Heel veel bruine. Vooral bruine eigenlijk. En boven dit alles een strak blauwe lucht met daarin een zonnebril uitnodigende zon.

Vliegtuigen trokken
langzaam strepen in het blauw
als kleine kleuters

Plotseling hoorde ik iets. Ik concentreerde me. Stemmen. Ja, stemmen waren het. Stemmen, zeker weten. Hoog en schril en vrolijk.Ver weg, dichtbij? Het leken mensenstemmen, maar er was niemand te zien. Ik keek rond, achter me, links en rechts van me, de bladerweg af en de weg opwaarts. Niemand. Geen mens en toch mensenstemmen.

een eenzaam wonder
rood hoedje en wit gestipt
op rotte boomstronk

Zouden ze een verjaardag vieren? Een bruiloft misschien? Of zomaar een gezellige familiebijeenkomst. Ik boog me voorover, voorzichtig. Ik wilde de paddenstoel zeker niet aanraken en misschien stuk maken. Ik luisterde, terwijl mijn schaduw de paddenstoel verdonkerde. De stemmen staakten. Het was stil ineens. Ik voelde angst onder de hoed. Ze moesten mij voor een monster aanzien, die bewoners. Gauw strekte ik weer mijn rug. Zonnestralen beschenen weer het dak en gelukkig begonnen de bewoners weer het bekende geluid te produceren. Vrolijk weer, opgelucht misschien? We puften verder omhoog, die tien procent nog steeds, naar de huizen rond de kerk en het kasteel. Het pad werd schoner. Alsof de bladeren waren weggeveegd… Speciaal voor ons!

dag wind, bladblazer
dank je wel dat je dat deed
voor mij en mijn vrouw.