Verhaal van de maand

Ge-Strand

Ik houd het bloesje omhoog.‘Is deze van u?’
‘Ja. Hoe komt u daar aan?’
‘Het is naar me toe gewaaid.’
‘Die wind hè.’
‘Geeft niet hoor, kan gebeuren.’
‘Bedankt voor het terug brengen.’
‘Graag gedaan.’
Diezelfde avond zie ik haar weer op het strand. Ik ga naast haar staan.
Ze kijkt niet op.
‘Vraag jij je wel eens af wat er gebeurt achter de horizon?’
‘Nee,’ antwoord ik en realiseer me tegelijkertijd dat ze me tutoyeert. ‘Achter de horizon gebeurt hetzelfde als hier,’ zeg ik, haar aankijkend.
‘Ik weet het niet.’
'Denk je dan dat het daar anders is.’
Ze haalt haar schouders op. ‘Ik weet het niet,’ zegt ze nog eens.

‘Het leven gaat gewoon door. Het geboren worden en het dood gaan. Het plezier en het verdriet. Het huwen en het scheiden. Het voeren van oorlog en het sluiten van vrede. Er is zoveel wat gewoon door gaat. Alles eigenlijk. Het leven is wat jij ervaart. En wat ik ervaar.’
‘Dat heb je mooi gezegd,’ zegt ze.

‘Wat zit je dwars?’
Ze schrikt van deze plotselinge vraag. Vluchtig kijkt ze me aan.
‘Je hoèft niets te zeggen.’ Heel even, heel licht, raak ik haar bovenarm aan.

De volgende middag ga ik weer op dezelfde plek liggen als gisteren. Vreemd dat je altijd weer naar hetzelfde plekje terug keert. Het is een beetje als een postzegel op een A4 envelop. Ik heb een vreemd onrustig gevoel in mijn buik. Het is een prettig gevoel. Gek eigenlijk, dat ik haar naam niet weet. Zij is er niet.

Ik moet lang op de avond wachten. Als ik dan uiteindelijk besluit weer naar het strand te gaan, zie ik haar staan. Terwijl ik langzaam in haar richting loop begint ze aarzelend heen en weer te drentelen. Ik kijk rond en merk dat we samen alleen zijn. Plotseling begint ze met haar voeten in het zand te schrijven.

Ze moet mijn aanwezigheid gevoeld hebben, want even later draait ze zich om en wenkt me. Ik loop het geschrevene voorbij. Ik wil het niet lezen. Nog niet.
Ik sta weer naast haar. De golfjes van de branding reiken tot aan onze voeten en we moeten een stap terug zetten. Ze kijkt me aan en draait zich vervolgens om. Als ik me ook omgedraaid heb lees ik wat ze geschreven heeft: Alex Zeeman.

‘Alex Zeeman is mijn ex,’ zegt ze bijna onhoorbaar. ‘We zijn twee jaar geleden gescheiden. Hij gaat maar niet uit mijn gedachten. We hebben geen banden meer met elkaar. Geen kinderen, geen huis, geen goederen. Hij wilde altijd al varen, zijn naam eer aan doen en verder leven in vrijheid.’
Met een bittere glimlach om haar mond kijkt ze me aan.
‘Hij is vorige maand weer getrouwd!’

‘Getrouwd?’

‘Ja, getrouwd,’ fluistert ze even later. En dan vastberaden: ‘Daarom heb ik een besluit genomen. Ik laat hem nu in zee verdwijnen en ik hoop definitief!’

We kijken hoe de golfjes spelend hun zo belangrijke werk doen…