Verhaal van de maand

Autoloze zondag

We lagen met onze RP-37 in het Gat van de Stier, één van de vele geulen in de Biesbosch. Waarom en hoe deze geul aan deze bijzondere naam komt? Geen idee. Het was rustig weer en we hadden aangemeerd vlak bij een strandje. Af en toe ging er een zeiler, kanoër of jachtje voorbij. In de namiddag kwam er een prachtige, oude boeier aanvaren. Met gestreken mast. De vrouw stond aan het roer en de man stond voor op het dek een geschikt plekje te zoeken. Toen ze de wal naderden wees de man naar ons en riep: ‘Is dat de echte RP-37?’
We knikten ‘Ja’ en bemerkten zijn enthousiasme. We maken vaker mee dat mensen op een leuke manier reageren op ons schip, maar dit keer was het wel heel bijzonder.
Toen ze aan wal kwamen sprong hij direct van zijn schip af, legde een landvast (in gewone taal een touw) om een van de palen en kwam enthousiast in onze richting lopen.

‘Ik heb op dit schip gewerkt. Als broekie van drieëntwintig. Van 1970 tot 1975.’Liefkozend bekeek hij de RP.
‘Kom maar even mee aan boord, hoor. Er hangt een originele foto uit de beginjaren van het schip. Misschien herkent u de agent die er op staat.’
‘Hans,’ zei hij toen hij zich voorstelde.
Dat bleek niet het geval te zijn. Zou ook toevallig zijn geweest natuurlijk, want het schip was toen hij er op werkte al dertig jaar oud en zou enkele jaren later door domeinen worden verkocht. Hans inspecteerde de boot en herkende nog het een en ander, hoewel er natuurlijk ook wel aanpassingen zijn verricht. Samen bekeken we het fotoboek van de politieboten, Wachters op het water, die vanaf de dertiger jaren gebouwd zijn. Hans wist over enkele boten zelfs nog iets meer te vertellen. ’s Avonds, toen we bij Hans en zijn vrouw Hanneke aan boord koffie en later een drankje dronken, vroeg ik Hans of hij zich nog een verhaal uit die tijd kon herinneren. Gelukkig kon hij dat:

‘Jullie kunnen je wellicht nog de autoloze zondagen van begin zeventiger jaren herinneren. Er mocht toen beslist niet op zondag worden gereden in verband met de olie schaarste. Wat veel mensen zich niet realiseerden was dat er ook niet gevaren mocht worden. En wij, van de waterpolitie, moesten er op nazien dat dit ook niet gebeurde. Deed je het wel dan kreeg je een fikse boete met de aanzegging dat bij een volgende overtreding je schip verbeurd zou worden verklaard.
En ja hoor. We controleerden op de Loosdrechtse Plassen toen er op een geven moment toch een schip aan kwam varen. De schipper beantwoordde onze vragen in het Engels. Hij begreep ook niet goed waarom hij werd aangehouden en dat er niet gevaren mocht worden vanwege de oliecrisis. Daar had hij nog nooit van gehoord. De conversatie verliep weliswaar niet vlekkeloos, maar toch kwamen we te weten wat we wilden weten…
Natuurlijk hadden wij ook contact met de thuisbasis waar alle gegevens van de schipper en het schip werden gecontroleerd. En wat bleek: het schip was al eerder aangehouden en beboet. Een Nederlands schip met een Nederlandse eigenaar… Hij dacht boven de wet te staan…
Toen we hem confronteerden met onze gegevens en de gevolgen daarvan schreeuwde hij in onvervalst Nederlands: ‘Wel gloeiende g.v.d….’