Verhaal van de maand
In de hemel
( Een dialoog tussen Danny en zijn papa)
‘Pap, Papa, hoe kom ik in de hemel?’
‘In de hemel?’ De vader keek zijn zevenjarig zoontje verbaasd aan. ‘Zei je dat Danny, in de hemel?’
‘Ja papa.’
‘Maar wil je dan naar de hemel?’
‘Ja papa.’
‘En waarom wil jij dan naar de hemel?’
‘Nou weet je, maandag op school vertelde Hans aan de juf dat zijn buurman dood is gegaan en nu in de hemel is.’
‘Oh, vertelde Hans dat.’ Hij keek zijn zoontje onderzoekend aan. ‘Vertelde Hans dat aan de juf. En jij hoorde dat toevallig.’
Danny knikte.
‘Maar waarom kom je er nu pas mee? Morgen is het bijna een week geleden dat je dat hoorde.’
‘Wat hoorde?’
‘Dat die buurman van Hans in de hemel is.’
‘Ik heb er eerst over nagedacht.’
‘Oh. Je hebt er eerst over nagedacht.’
‘Ja. En gisteren, toen we bij oma op visite waren en zij mij limonade inschonk in de keuken, vertelde oma mij dat opa ook in de hemel is.’
‘Oh ja, vertelde oma dat. Had je haar dan gevraagd waar opa is?’
‘Ja.’
Papa leunde nadenkend en ook enigszins verbaasd achterover, terwijl Danny verder ging met zijn tekening. Hij keek glimlachend naar zijn vragende zoon. De laatste tijd kwam hij steeds met allerlei vragen. ‘Waarom doe je dat papa? Waarom is dat rond papa? Waar komt de regen vandaan papa? En nou dus: hoe kom ik in de hemel papa.’
‘En, kleine Aristoteles, wat is je conclusie?’
‘Conclusie?’ Danny keek hem niet begrijpend aan.
‘Ja, ik bedoel, wat heb je bedacht. Dat noemen de grote mensen een conclusie.’
‘Nou, dat ik dus ook wel eens naar de hemel wil.’
‘Ja ja. Dus Danny, als ik jou goed begrijp, wil jij gewoon eens op visite gaan bij opa in de hemel.’
‘Ja papa, en dan neem ik die grote foto van opa mee.’
‘Die grote foto?’
‘Ja, die in de kamer staat. Dan kan ik hem direct herkennen tussen al die mensen.’
‘Oh, zo bedoel je. Dat is verstandig Danny. Een grote foto van opa meenemen. Dat is heel verstandig.’
Danny boog zich weer over zijn tekenboek, terwijl papa zijn eigen vader voor de geest probeerde te halen. Hoe lang is het al weer geleden, vroeg hij zich af. Zes jaar, zeven jaar. Danny was al wel geboren.
Mijn vader, zou die in de hemel zijn? Danny ’s opa in de hemel? In gedachten zag hij hem voor zich. Zag hem niet alleen, maar hoorde hem ook. Danny ’s opa censureerde zijn taalgebruik bepaald niet… Zou hij in de hemel zijn?
‘Pap, Papa, waar is de hemel eigenlijk?’
Waar is de hemel eigenlijk? Weer zo’n vraag.
‘Sommige mensen denken, nee, geloven, dat de hemel hoog in de lucht is Danny. Daar. En daar. En daar.’
Hij wees met gestrekte arm en zwaaiende wijsvinger omhoog.
‘Daarboven ergens. Overal eigenlijk. Overal waar lucht is, is eigenlijk de hemel.’
God dacht hij, wat een vraag. Hoe komt zo’n kind er op.
‘Had opa dan vleugels?’
‘Vleugels?’
‘Ja, zoals een vogel. Hoe kan hij anders zo hoog vliegen pap?’
‘Pap, papa. Die walvis van vorig jaar. Weet je nog? Die walvis die aangespoeld was op het strand en zo zielig lag dood te gaan. Weet je dat nog papa?’
‘Ja dat weet ik nog Danny. Dat was een bultrug. Johanna hadden ze haar genoemd, geloof ik. En later Johan. Herinner jij je dat nog?’ Papa keek zijn zoon met grote ogen aan.
‘Zou die ook in de hemel zijn papa?’
‘Ja, misschien. Als je zo zielig dood gaat...’
Weer was het even stil. De vader keek naar zijn zoon. Zou Danny, die verder tekende aan zijn voetbaltribune, even uitgevraagd zijn?
‘Eigenlijk zìjn we al in de hemel papa.’
‘Oh ja?’ Papa verbaasde zich over de plotselinge constatering.
‘Ja. Om ons heen is allemaal lucht. En de hemel is toch lucht?’
‘Ja, Danny, je hebt wel een beetje gelijk. Maar, luister, er is gelukkig één verschil. Jij en ik staan nog met onze voeten op de aarde. Stamp maar eens met je voeten. Dan voel je dat je niet in de hemel bent…’
‘Pap, papa, Zullen we gaan voetballen?’
‘Ja Danny. Kom, we gaan lekker voetballen. Ik ben de keeper, oké…?’
‘In de hemel?’ De vader keek zijn zevenjarig zoontje verbaasd aan. ‘Zei je dat Danny, in de hemel?’
‘Ja papa.’
‘Maar wil je dan naar de hemel?’
‘Ja papa.’
‘En waarom wil jij dan naar de hemel?’
‘Nou weet je, maandag op school vertelde Hans aan de juf dat zijn buurman dood is gegaan en nu in de hemel is.’
‘Oh, vertelde Hans dat.’ Hij keek zijn zoontje onderzoekend aan. ‘Vertelde Hans dat aan de juf. En jij hoorde dat toevallig.’
Danny knikte.
‘Maar waarom kom je er nu pas mee? Morgen is het bijna een week geleden dat je dat hoorde.’
‘Wat hoorde?’
‘Dat die buurman van Hans in de hemel is.’
‘Ik heb er eerst over nagedacht.’
‘Oh. Je hebt er eerst over nagedacht.’
‘Ja. En gisteren, toen we bij oma op visite waren en zij mij limonade inschonk in de keuken, vertelde oma mij dat opa ook in de hemel is.’
‘Oh ja, vertelde oma dat. Had je haar dan gevraagd waar opa is?’
‘Ja.’
Papa leunde nadenkend en ook enigszins verbaasd achterover, terwijl Danny verder ging met zijn tekening. Hij keek glimlachend naar zijn vragende zoon. De laatste tijd kwam hij steeds met allerlei vragen. ‘Waarom doe je dat papa? Waarom is dat rond papa? Waar komt de regen vandaan papa? En nou dus: hoe kom ik in de hemel papa.’
‘En, kleine Aristoteles, wat is je conclusie?’
‘Conclusie?’ Danny keek hem niet begrijpend aan.
‘Ja, ik bedoel, wat heb je bedacht. Dat noemen de grote mensen een conclusie.’
‘Nou, dat ik dus ook wel eens naar de hemel wil.’
‘Ja ja. Dus Danny, als ik jou goed begrijp, wil jij gewoon eens op visite gaan bij opa in de hemel.’
‘Ja papa, en dan neem ik die grote foto van opa mee.’
‘Die grote foto?’
‘Ja, die in de kamer staat. Dan kan ik hem direct herkennen tussen al die mensen.’
‘Oh, zo bedoel je. Dat is verstandig Danny. Een grote foto van opa meenemen. Dat is heel verstandig.’
Danny boog zich weer over zijn tekenboek, terwijl papa zijn eigen vader voor de geest probeerde te halen. Hoe lang is het al weer geleden, vroeg hij zich af. Zes jaar, zeven jaar. Danny was al wel geboren.
Mijn vader, zou die in de hemel zijn? Danny ’s opa in de hemel? In gedachten zag hij hem voor zich. Zag hem niet alleen, maar hoorde hem ook. Danny ’s opa censureerde zijn taalgebruik bepaald niet… Zou hij in de hemel zijn?
‘Pap, Papa, waar is de hemel eigenlijk?’
Waar is de hemel eigenlijk? Weer zo’n vraag.
‘Sommige mensen denken, nee, geloven, dat de hemel hoog in de lucht is Danny. Daar. En daar. En daar.’
Hij wees met gestrekte arm en zwaaiende wijsvinger omhoog.
‘Daarboven ergens. Overal eigenlijk. Overal waar lucht is, is eigenlijk de hemel.’
God dacht hij, wat een vraag. Hoe komt zo’n kind er op.
‘Had opa dan vleugels?’
‘Vleugels?’
‘Ja, zoals een vogel. Hoe kan hij anders zo hoog vliegen pap?’
‘Pap, papa. Die walvis van vorig jaar. Weet je nog? Die walvis die aangespoeld was op het strand en zo zielig lag dood te gaan. Weet je dat nog papa?’
‘Ja dat weet ik nog Danny. Dat was een bultrug. Johanna hadden ze haar genoemd, geloof ik. En later Johan. Herinner jij je dat nog?’ Papa keek zijn zoon met grote ogen aan.
‘Zou die ook in de hemel zijn papa?’
‘Ja, misschien. Als je zo zielig dood gaat...’
Weer was het even stil. De vader keek naar zijn zoon. Zou Danny, die verder tekende aan zijn voetbaltribune, even uitgevraagd zijn?
‘Eigenlijk zìjn we al in de hemel papa.’
‘Oh ja?’ Papa verbaasde zich over de plotselinge constatering.
‘Ja. Om ons heen is allemaal lucht. En de hemel is toch lucht?’
‘Ja, Danny, je hebt wel een beetje gelijk. Maar, luister, er is gelukkig één verschil. Jij en ik staan nog met onze voeten op de aarde. Stamp maar eens met je voeten. Dan voel je dat je niet in de hemel bent…’
‘Pap, papa, Zullen we gaan voetballen?’
‘Ja Danny. Kom, we gaan lekker voetballen. Ik ben de keeper, oké…?’
Archief
Eerder verschenen:
- Mischa
- Een Spaanse tuinman
- Annie in Andalusië
- You are so beautiful
- Srebrenica herdacht: 11 juli 1995 – 11 juli 2007
- Bruin café in Amsterdam
- Een Brug te moeilijk?
- Hans en Klaar
- Polyphemus (1)
- Polyphemus (2)
- Polyphemus (3)
- Schaduwmeisje (1)
- Schaduwmeisje (2)
- Schaduwmeisje (3)
- Schaduwmeisje (4)
- Wenen
- Pleinwacht
- Comme Dieu
- Bertus Mens, een oud leerling
- Marieke, een lief meisje
- Bas en Top
- Kippensoep
- Vrijheid voor de stad Hattem (deel 1)
- Vrijheid voor de stad Hattem (deel 2)
- Een wrede droom
- 754
- Herfst
- vijftal haiku’s over sneeuw
- Mishandeling?...Of…
- Nieuwe spoorbrug
- Een observatie in Kamer 3d, bed 3…
- Samuel, met alle respect!
- Fragment 1 uit "Gestalkt"
- Fragment 2 uit "Gestalkt"
- Fragment 3 uit "Gestalkt"
- Fragment 4 uit "Gestalkt"
- Pompeii, 79 na Chr. Deel 1
- Pompeii, 79 na Chr. Deel 2
- Wateroverlast
- De poes van Gj.
- Stolpersteine
- De bloemkoolman
- Een Haibun
- Winter sonnettet 2012
- Winter in februari 2012
- Patiënt meneer Roel
- Het pand der liefde
- Wreedheden
- Tante Chloe
- De poes van Gj.
- Boekje van Geluk
- Aijee pietjee de mwa ee …
- Afscheid
- Ge-strand
- Standbeeld in Leiden
- Autoloze zondag
- In de hemel
- Anderhalve liter
- Stilteconcert in Hattem
- Kladdegat, mijn verhaal…
- Kladdegat deel 2, het verhaal dat we nog niet wisten…
- 5-5=1
- Herman en Aleida
- Georg Cohn, een Jodenjongen
- Koffietafelpraat
- Socrates (en de nepsint)
- Annie in Andalusië
- Sjakie Slak
- ‘Even de IJssel over’
- Het meisje te paard
- De huismus
- Ge-Strand
- De ooievaar
- Bruin café in Amsterdam