Verhaal van de maand

Anderhalve liter


Zorgvuldig maakte de man zijn fietstas dicht. Zijn tong, althans het puntje daarvan, hielp hem daar bij. Toen hij zich oprichtte keek hij me aan. Waarschijnlijk voelde hij dat ik hem gadesloeg.
‘Negen kilo meneer. Negen kilo.’
‘Negen kilo?’ Ik keek hem niet begrijpend aan.
‘Ja, negen kilo. Zes keer anderhalve liter. Van de aanbieding.’
De man controleerde nog eens de sluitingen van de twee fietstassen.
‘Kijk,’ vervolgde hij, ‘ik ben elke dag bij de weg. Ik maak, zoals men zegt, veel meters. Kilometers in dit geval. En met dit warme weer drink je veel, nietwaar. Geen alcohol natuurlijk, maar fris. Gewoon water meneer.’

‘Water is gezond,’ zei ik, niet wetend wat ik anders zou moeten zeggen. En negen kilo helemaal.’
‘Kijk meneer, als ik gewoon kleine flesjes meeneem, dan heb ik achttien flesjes nodig. Per flesje zestig cent hè. Eurocent welteverstaan.’
Ik knikte.
‘Dat maakt tien euro tachtig. Achttien flesjes voor tien euro tachtig meneer en voor deze zes ,’hij klopte op zijn fietstassen, ‘betaal ik vijfenzeventig cent per fles. Zes keer vijfenzeventig cent is vier euro vijftig. Dat scheelt zes euro dertig meneer. Zes euro dertig!’
‘En hoe lang doet u met die flessen?’
‘Een week meneer. Zes dagen. Zes werkdagen. Zes dagen rijd ik met mijn auto om folders te verspreiden.’

‘Loopt u langs de huizen om folders rond te brengen?’
Hij keek mij verbouwereerd aan. Ik had iets verkeerds gezegd, begreep ik.
‘Meneer, ik breng folders rond, maar dan in het groot. Twee keer in de week, soms drie keer, levert een vrachtauto een vrachtje ingepakte, of zoals ook gezegd wordt, gesealde pakketten met diverse folders bij mij thuis af. Ik zorg er weer voor dat al die folders naar de verschillende distributie plekken gebracht worden. Begrijpt u?’
‘Zo.’ Ik was onder de indruk.
‘Wat denkt u hoeveel kilo folders ik weg breng?’
‘Per dag? Of per week.’
‘Nee, per dag.’
‘Tja.’ Ik keek hem aan. Eén zo’n pakketje weegt toch al gauw zo’n halve kilo, overwoog ik.
‘Vijfhonderd kilo?’ Ik keek hem verontschuldigend aan. Het is hetzelfde als een vrouw op leeftijd je vraagt hoe oud zij is dat jij denkt. Niet te hoog schatten dus…
‘Nee meneer, veel meer. Vanochtend moet ik vijfduizend kilo wegbrengen. Zestig kilometer verder op. Vijfduizend kilo. En dat bij deze warmte.’

‘Zo,’ antwoordde ik. ‘Vijfduizend kilo aan folders. Dat is veel.’
‘Dus u begrijpt dat ik tussendoor veel drink.’
‘Aha, daarom hebt u die zes flessen gekocht. Kunt u weer een week vooruit.’
‘Ja, en gisteren heb ik ook al zes flessen gekocht en morgen nog eens zes. Makkelijk verdiend geld, toch, meneer.’
‘Zeker.’
‘En ik doe dit werk al ruim dertig jaar meneer. Zes dagen in de week.’
‘Zo,’ antwoordde ik, ‘zes dagen in de week, al ruim dertig jaar duizenden kilo folders.’ Ik keek hem vol bewondering aan.
Hij stapte op zijn fiets en draaide zich in mijn richting. ‘Vijf duizend kilo per dag hè, op anderhalve liter!’