Verhaal van de maand
Het meisje te paard
Ik weet niet wat me het eerst opviel, de man of het beeld. Ik was zojuist van de fiets gestapt, omdat een bord aangaf dat je vanaf dat punt een wandelgebied binnen gaat. De man, keurig gekleed en er verzorgd uitziend, stond bewegingsloos bij het beeld. Hij had een uit een plastic tas gehaalde rode roos in zijn rechterhand. Het bronzen beeld stelde een meisje voor, zittend op een paard. Het leek een vier mei moment: een man, in gedachten verzonken, met een rode roos bij een beeld.
Hij stond kaarsrecht. Een militair op wacht. Plots overbrugde hij de vier stappen, die hem scheidden van het beeld. Hij vleide voorzichtig en zorgvuldig de roos in de armen van het meisje. Vluchtig streek hij met zijn hand over haar hoofd. Vervolgens stapte hij iets terug. Zijn rechterarm ging omhoog. Zijn wijsvinger en ogen waren naar de hemel gericht. Op het moment dat zijn blik weer naar het beeld ging kruisten zijn ogen even de mijne. Ik probeerde zijn blik te negeren, wilde hem niet het gevoel geven dat ik hem observeerde.
Langzaam, weifelend, liep hij even later in mijn richting. Hij wilde iets zeggen, een verklaring afleggen en ik wilde iets horen. Zijn lippen trilden. Ik knikte naar hem.
‘Mijn dochter was gek op paarden,’ begon hij.
Ik zag een traan.
‘Ik kom hier elke vrijdag.’ Even was er stilte. ‘Elke vrijdag, al dertien jaar.’ Weer die stilte. ‘En elke keer leg ik een roos in haar armen, praat even tegen haar en aai haar. Straks ga ik naar haar graf.’
Hij wees. ‘Daar, bij die verkeerslichten linksaf.’ Zeker een minuut lang keek hij naar groen, oranje, rood licht. ‘Ze had kanker.’
Ik keek in zijn natte ogen en voelde het verdriet dat zomaar, onverwacht, in mijn leven was gekomen.
‘Dertig zou ze nu zijn.’ Hij keek me nadenkend stil aan. ‘Iedere keer, als we naar de manege fietsten stapte ze even af om het paard te aaien. Begrijpt u, meneer?’
Ik knikte.
‘Ik ga maar weer,’ mompelde hij.
Mijn onherkenbare stem mompelde iets terug.
Langzaam, in gedachten, liep hij weg. Ineens draaide hij zich om.
‘Ze heeft daar een heel mooi plekje.’ Hij keek me glimlachend aan. ‘Heel mooi. Ze ligt naast mijn vrouw.’
Hij liep nog even langs het beeld. Schikte nog eens de roos en aaide het verstilde hoofd van het meisje…
Archief
Eerder verschenen:
- Mischa
- Een Spaanse tuinman
- Annie in Andalusië
- You are so beautiful
- Srebrenica herdacht: 11 juli 1995 – 11 juli 2007
- Bruin café in Amsterdam
- Een Brug te moeilijk?
- Hans en Klaar
- Polyphemus (1)
- Polyphemus (2)
- Polyphemus (3)
- Schaduwmeisje (1)
- Schaduwmeisje (2)
- Schaduwmeisje (3)
- Schaduwmeisje (4)
- Wenen
- Pleinwacht
- Comme Dieu
- Bertus Mens, een oud leerling
- Marieke, een lief meisje
- Bas en Top
- Kippensoep
- Vrijheid voor de stad Hattem (deel 1)
- Vrijheid voor de stad Hattem (deel 2)
- Een wrede droom
- 754
- Herfst
- vijftal haiku’s over sneeuw
- Mishandeling?...Of…
- Nieuwe spoorbrug
- Een observatie in Kamer 3d, bed 3…
- Samuel, met alle respect!
- Fragment 1 uit "Gestalkt"
- Fragment 2 uit "Gestalkt"
- Fragment 3 uit "Gestalkt"
- Fragment 4 uit "Gestalkt"
- Pompeii, 79 na Chr. Deel 1
- Pompeii, 79 na Chr. Deel 2
- Wateroverlast
- De poes van Gj.
- Stolpersteine
- De bloemkoolman
- Een Haibun
- Winter sonnettet 2012
- Winter in februari 2012
- Patiënt meneer Roel
- Het pand der liefde
- Wreedheden
- Tante Chloe
- De poes van Gj.
- Boekje van Geluk
- Aijee pietjee de mwa ee …
- Afscheid
- Ge-strand
- Standbeeld in Leiden
- Autoloze zondag
- In de hemel
- Anderhalve liter
- Stilteconcert in Hattem
- Kladdegat, mijn verhaal…
- Kladdegat deel 2, het verhaal dat we nog niet wisten…
- 5-5=1
- Herman en Aleida
- Georg Cohn, een Jodenjongen
- Koffietafelpraat
- Socrates (en de nepsint)
- Annie in Andalusië
- Sjakie Slak
- ‘Even de IJssel over’
- Het meisje te paard
- De huismus
- Ge-Strand
- De ooievaar
- Bruin café in Amsterdam